Synopsis

Hieronder in het kort wat er in het boek wordt behandeld.

Inleiding

Voedsel heb je nodig om te leven. Maar voor dat het op je bord ligt is er al van alles mee gebeurd.
Niet alleen in de keuken maar ook al ver daarvoor. De noodzaak tot conserveren en de belangrijkste conserveermethoden worden besproken. Van ruilhandel tot supermarkt, een overzicht.

Hierna worden de verschillende voedselgroepen behandeld. Elke groep begint met een intrigerende openingspagina, een ‘zoek’ moment, een introductie, met geschiedenis en algemene nuttige kennis en een spread met de belangrijkste vertegenwoordigers van die voedselgroep. Om te prikkelen altijd wel een funfact of buitenissigheid.

Fruit

Soorten fruit (zacht fruit, steenvruchten, pitfruit, citrusfruit, exotisch fruit) met kenmerken en voorbeelden. Conserveren: vers, blik, pot, jam diepvries.
‘Zoek’ moment: welk fruit hoort bij welke plant / boom.
Eindelijk weten waarom de bananen krom zijn en hoe het appel ‘clochuys’ aan zijn naam komt.

Vis

Uitleg zoutwatervis, zoetwatervis, trekvis, schaal- en schelpdieren.
Conserveren: roken, inmaken in zuur en zout, inblikken en diepvriezen.
Weet iemand nog wat een rolmops is?

Granen

Graan is koren, koren is graan. ‘Zoek’ moment: welke graankorrels horen bij welke plant.
Van ons dagelijks brood via koekjes, cornflakes, popcorn, pasta naar pannenkoek.
Bier en whisky: ook graan.

Groente

‘Zoek’ moment: welke groente / welke plant. Introductie: de soorten en voorbeelden. Groente in kassen of toch misschien verticale landbouw. Witte kool, broccoli, bieten, spinazie, bonen, komkommers maar ook champignons, waar komt het vandaan en wat kun je ermee.
Conserveren: in pot, blik, gedroogd, diepvriezen.

Aardappelen

Introductie in Nederland. Nachtschade, de giftige plantenfamilie. Van aardappel naar patat, puree en chips.
Wat heeft de herfstvakantie met aardappelen te maken?

Noten

Eén van de oudste vormen van landbouw. Veel ‘noten’ zijn geen noten. Pinda’s zijn peulvruchten en kokosnoten zijn steenvruchten. Waarom noemen we pindakaas pinda- kaas en bijvoorbeeld geen pinda-boter zoals in Amerika.

Vlees

Jagen, nederzettingen en fokken. Welke dieren worden zoal gegeten. ‘Zoek’ moment: welk dier zie je daar.
Onbewerkt vlees versus bewerkt vlees (hamburgers, worsten, gehakt, vleeswaren).

Olie

Plantaardige olie: herkomst en gebruik. Margarine is ook plantaardig en daarom geen boter. Slaolie wordt niet gemaakt van sla.

Water

Waar heeft je lichaam water voor nodig. Waar komt het water vandaan (oppervlaktewater, waterwingebieden, waterzuivering). Water smaakt naar niks en dus zeer geschikt voor smaakmakers: koffie, thee, limonade. Theezakje per ongeluk ‘uitgevonden’.
Korte aanvullingen: cafeïne en VOC.

Eieren

Hoe zie je aan een kip of ze witte of bruine eieren legt. Wat betekenen die cijfers op een ei.
Ei direct: gekookt, gebakken, opgeklopt tot schuim. Ei verwerkt: in heel veel soorten gebak ,cake en
pannenkoeken. Pasen en eieren.

Zuivel

Wat is het. ‘Zoek’ moment: melkvee koppelen aan dier. Kaas maken. Wat is boter. De vlaflip is terug.

Kruiden & specerijen

Verschil tussen kruiden en specerijen. De smaakmakers: kaneel (stikjes), peper, nootmuskaat, munt,
Tijn, basilicum en peterselie. Bewerkte kruiden: mosterd, bouillonblokje, kruidenmengsels.
Conserveren: in glazen potjes, zakjes, bevroren, gedroogd. Vers als plant in bloempot.

Smaakmakers

Link tussen geur en smaak. De werking en voorbeelden van smaakstoffen, smaakversterkers en aroma’s.
Zout: hoe komen we eraan. Zoutpannen en zoutlagen.
Suiker: rietsuiker / bietsuiker.

Wat nu

Uit eten haal je energie en dat kun je meten. Calorieën: hoeveel heb je nodig. Uitleg over voedingsstoffen: bouwstoffen, beschermstoffen, en brandstoffen. Waar dienen ze voor en in welk voedsel vind je ze.

Gezond eten, gezond verstand

Hoe is de afstand ontstaan tussen ons hedendaags voedsel en het oorspronkelijke ingrediënt. Kijken naar marketingkreten: ambachtelijk, puur natuur, goed bezig. Gemak en lekker. Kant & klaar versus zelf koken: een keuze.

Weet wat je eet

De etikettenwereld. Leer een etiket lezen. Herkomst van ingrediënten, conservering en houdbaarheid, calorieën, inhoud en porties. De ranglijst van ingrediënten en de trucs met schuilnamen. Voorbeelden en uitleg (vruchtensap, gewone margarine en light-versie). Let op: geen opgeheven vinger, het laat de praktijk zien en kinderen kunnen zelf wel hun conclusie trekken wanneer ze twee producten vergelijken.
E-nummers en allergieën.

Lekker belangrijk

Behalve dat je moet eten om in leven te blijven, zijn er talloze andere redenen om te eten.
Eten doet wat met je. Eten samen: feest-eten, emotie-eten, beloning-eten, verveel-eten, gewoonte-eten.
Wat vindt je lijf daarvan.

Press-kit